4.3 Voortgang complexe investeringsprojecten

4.3.1  Hart van de Heuvelrug/ Vliegbasis Soesterberg

Doelstelling
Hart van de Heuvelrug/ Vliegbasis Soesterberg  (HvdH/ VBS) is een unieke integrale gebiedsontwikkeling gericht op het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit en belevingswaarde van de Utrechtse Heuvelrug. Het programma gaat uit van de ontwikkeling en versterking van de natuur in dit gebied. Er wordt een robuust groen netwerk gemaakt en versnippering van de natuur tegengegaan. Het investeren in de natuur is mogelijk  door in het gerealiseerde groene netwerk ook ruimte te bieden om te wonen, werken en recreëren, het zogenaamde “schaakbordmodel”. Met de opbrengsten vanuit gronduitgifte voor wonen en werken investeren de gebiedspartners in de ontwikkeling van natuur.  

Kenmerken

Het totale programma beslaat twee aparte samenwerkingsovereenkomsten/exploitaties: Hart van de Heuvelrug en Vliegbasis Soesterberg. Deze worden hieronder apart toegelicht.

Voortgang activiteiten
Hart van de Heuvelrug
De provincie Utrecht is binnen het programma HvdH nog verantwoordelijk voor de volgende projecten: Kamp van Zeist, Woonwijk Sortie 16 en de Oostelijke Corridor.
Naast de provinciale projecten zijn er ook projecten die onder leiding van de gemeenten Zeist en Soest worden uitgevoerd. Dit zijn voor de gemeente Zeist de projecten Willem Arntszhoeve en Huis ter Heide West. Voor de gemeente Soest gaat het om het project Oude Tempel.
De financiële eindverantwoordelijkheid voor deze gemeentelijke projecten ligt bij de provincie. Omdat deze projecten niet drukken op de jaarlijkse begroting zijn ze niet in deze zomernota opgenomen.

Er zijn nog 3 provinciale projecten in Hart van de Heuvelrug die uitgevoerd worden. Het gaat dan om:

Sortie 16
Dit is een woningbouwontwikkeling van 150-200 woningen. Door het specifieke, bosachtige karakter en de ligging op de Heuvelrug heeft Sortie 16 de potentie om een aantrekkelijke en onderscheidende woningbouwlocatie te worden. In het woningbouwprogramma is veel ruimte opgenomen voor woningen in het sociale en middeldure segment. We hebben een ontwerp bestemmingsplan laten opstellen en deze is door de gemeente Zeist ter inzage gelegd. Planning is dat het bestemmingsplan zomer 2023 door de gemeenteraad van Zeist wordt vastgesteld.
Bij de ontwikkeling van Sortie 16 is heeft de nadruk sterk gelegen op natuurinclusiviteit en is veel aandacht besteed aan het behoud en versterken van de aanwezige flora en fauna. Er is een Activiteitenplan opgesteld waarin de te nemen maatregelen voor de aanleg- en beheerfase zijn vastgelegd. Op basis van het Activiteitenplan is in december 2022 is voor de ontwikkeling van Sortie 16 door het bevoegd gezag ontheffing verleend in het kader van de wet natuurbescherming. Op dit moment loopt de bezwaarprocedure.   

Kamp van Zeist:
Het terrein Kamp van Zeist is door de provincie Utrecht in november 2022 aangekocht van Defensie / Rijksvastgoedbedrijf. Hierdoor kan de omvorming van dit bedrijventerrein naar natuur van start gaan. Het Utrechts Landschap heeft een concept inrichtingsplan gemaakt voor het terrein. De opstallen en verhardingen zullen worden verwijderd en het gebied zal als opengesteld natuurgebied worden aangesloten bij de uitgestrekte natuurgebieden ten zuiden van de A28.

De voorbereiding van de uitvoering is in volle gang en de eerste gebouwen zullen naar verwachting in het najaar van 2023 worden gesloopt. Na de herinrichting wordt het terrein “om niet” door geleverd aan Het Utrechts Landschap.

Wij hebben ingestemd met het tijdelijk in gebruik geven van een deel van het terrein voor de opvang van vluchtelingen door het COA. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft hiervoor een huurovereenkomst opgesteld, die wij met de aankoop van het terrein hebben overgenomen. De opvang zal ongeveer 5 jaar duren. Vooruitlopend daarop starten wij daar waar mogelijk op het terrein wel met de vergroeningsopgave.

Oostelijke corridor
Het natuurterrein op het Ecoduct Boele Staal zou via een openbare aanbesteding verkocht worden aan een natuur beherende partij. Op basis van een advies van een taxateur is de inschatting dat hiervoor geen animo vanuit de markt zal zijn. We overleggen met Het Utrechts Landschap over de mogelijkheden van overdracht ten behoeve van beheer.

Duurzaamheid woningbouwlocaties Vliegbasis Soesterberg en Sortie16
De provincie en de partners uit het Programma Hart van de Heuvelrug willen bij het realiseren van de Woonwijk Vliegbasis Soesterberg en Sortie 16 hoge duurzaamheidsambities realiseren. Daarom is in samenspraak met de partners het Ambitiedocument Duurzaamheid opgesteld. In dit document zijn eenduidige ambities uitgewerkt op basis waarvan bij de verdere planuitwerking een integrale afweging tussen de duurzaamheidsthema’s kan worden gemaakt. Het Ambitiedocument is gebaseerd op het Convenant Duurzame Woningbouw, waar de Provincie mede-initiatiefnemer van is en wat ook ondertekend is door de (partner)gemeenten Zeist en Soest.

Vliegbasis Soesterberg
Het 'rode' gedeelte van het plan Vliegbasis Soesterberg bestaat uit drie woningbouwlocaties: een nieuwe woonwijk aan de zuidzijde van de vliegbasis, de kavels Westflank aan de Dolderseweg en een bouwkavel aan de Amersfoortsestraat. De ambitie is een duurzame en kwalitatief hoogwaardige woonwijk te realiseren, die zich voegt in de omgeving met hoge natuur- en landschappelijke waarde. Daarnaast bestaat het programma Vliegbasis Soesterberg uit de projecten Park Vliegbasis Soesterberg en de ecologische corridor Camp New Amsterdam.

De ontwikkelingen en voortgang van de projecten onder provinciale regie zijn als volgt:

Woonwijk Vliegbasis Soesterberg:
Er wordt invulling gegeven aan het creëren van randvoorwaarden waarbinnen de woonwijk ontwikkeld kan worden.

• Woningbouwprogramma: Het indicatief woningbouwprogramma voor de Woonwijk Vliegbasis Soesterberg bestaat uit zo’n 230 vrije sector woningen. Momenteel wordt gewerkt aan een verkenning om binnen het programma ook te voorzien in een aandeel betaalbare woningbouw, een en ander ingegeven door marktontwikkelingen en de behoefte aan betaalbare woningen in de regio. Zowel stedenbouwkundig als financieel wordt bezien welke impact een eventuele aanpassing van het programma heeft. Naar verwachting zal hierover medio 2023 duidelijkheid ontstaan.
• Verkoopstrategie en uitvoeringsorganisatie: Provinciale Staten hebben in november 2021 een besluit genomen over de  verkoopstrategie (verkoop van de gronden van de woonwijk in delen en de grond van Sortie 16 in zijn geheel). Daarnaast hebben de provinciale staten in 2021 en 2022 randvoorwaarden meegegeven voor een op te richten uitvoeringsorganisatie die de uit-ontwikkeling van de woonwijk, maar ook van Sortie 16 zal begeleiden. Het besluit tot oprichten van een externe uitvoeringsorganisatie (BV) door GS is in voorbereiding, waarna het wordt voorgelegd aan de provinciale staten door middel van een wensen en bedenkingen procedure. Verwachting is dat de uitvoeringsorganisatie eind 2023/ begin 2024 operationeel is.
• Ontheffing Wet Natuurbescherming: in maart 2021 is de ontheffing voor de Wet natuurbescherming voor de woonwijk verleend. Hiervoor is een maatregelenpakket gemaakt dat is gericht op de duurzame instandhouding van onder andere de veldleeuwerik. Dit pakket aan maatregelen was randvoorwaardelijk voor het verkrijgen van de benodigde ontheffing Wet natuurbescherming. Tegen het verlenen van de ontheffing is beroep aangetekend bij de rechtbank. Medio 2023 is een uitspraak van de rechtbank te verwachten.
• Planologische procedures: Voor het realiseren van de woonwijk is in 2012 reeds door Zeist en Soest een bestemmingsplan vastgesteld. Om de in deze bestemmingsplannen opgenomen geluidscontouren van het bedrijventerrein Soesterberg Noord weg te nemen dient nog een drietal zogeheten wijzigingsplannen te worden afgerond. De verwachting is dat deze in de periode 2023-2024 kunnen worden afgerond.  
• Sanering PFAS: Als gevolg van langdurig gebruik van PFAS-houdend blusschuim door Defensie op de voormalige Vliegbasis Soesterberg dient een grond- en grondwatersanering te worden uitgevoerd alvorens een deel van de woonwijk kan worden ontwikkeld. De saneringsmogelijkheden zijn in samenwerking met Defensie onderzochten ook is met het Rijk onderhandeld over het kostenverhaal bij de sanering. De provincie heeft bij de onderhandelingen over kostenverhaal het uitgangspunt gehanteerd dat de partij verantwoordelijk voor de vervuiling ook de partij is die de saneringskosten draagt binnen de gemaakte privaatrechtelijke afspraken en het publiekrechtelijk spoor van kostenverhaal binnen de Wet bodembescherming. De verwachting is dat medio 2023 een vaststellingsovereenkomst met het Rijk gesloten kan worden over het op het Rijk verhalen van de saneringskosten.
• Handboek Inrichtingsprincipes: door de ontwikkeling van de Woonwijk Vliegbasis Soesterberg en Sortie 16 zal er in de toekomst sprake zijn van één aaneengesloten woongebied. Om die samenhang in dit woongebied tot stand te brengen is in nauwe samenwerking met de gemeenten Zeist en Soest een Handboek Inrichtingsprincipes ontwikkeld. In dit handboek randvoorwaarden vastgelegd en afspraken gemaakt over het ontwerp, de aanleg en beheer(afspraken) van de openbare ruimte. Met dit handboek kunnen de beoogde ambities en kwaliteit van de inrichting van de openbare ruimte worden geborgd.

Kavels Westflank:
Gebaseerd op een integrale overweging (kwaliteit, financiën en de uitkomst van de participatie) hebben we besloten om vijf kavels te gaan verkopen en de ruimtelijke uitgangspunten publiekrechtelijk te borgen. Verwachting is dat het bestemmingsplan voor de Kavels Westflank door de gemeente Zeist medio 2023 wordt vastgesteld. Afhankelijk van een eventuele beroepsprocedure zal het bestemmingsplan eind 2023 of in 2024 onherroepelijk worden. De verkoopprocedure wordt gestart nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Bij het gekraakte pand aan de Dolderseweg zijn vervolgonderzoeken gedaan naar de bouwkundige staat en de veiligheid / onveiligheid van het pand en is een juridische analyse gemaakt naar aanleiding van de onderzoeken. Aan de hand hiervan is geconcludeerd dat er geen juridische mogelijkheden zijn om te komen tot een succesvolle ontruiming van het pand. Ontruiming is pas aan de orde als er daadwerkelijk ontwikkeling op het perceel gaat plaatsvinden.

Park Vliegbasis Soesterberg:
In het park voert de provincie diverse recreatieve verbeteringen uit. Het gaat hier om wandel- en fietspaden, entrees, bebording, routes, hekwerk, uitkijkpunten, vogelkijkhut, meubilair en informatievoorziening. De juridische planologische procedures zijn doorlopen voor de laatste maatregelen. De uitvoering wordt in de zomer 2023 afgerond.

Ecologische corridor Camp New Amsterdam:
Dit is de laatste ontbrekende schakel in de westelijke corridor. Het is een essentiële schakel en de enige die in fysiek opzicht nog gerealiseerd moet worden. Provincie Utrecht heeft de opdracht voor de sloop van de gebouwen in de corridor uitgegeven aan Defensie. Deze sloop wordt opgenomen in het nationale sloopprogramma van Defensie. RVB neemt de uitvoering op zich in opdracht van Defensie en in nauwe samenwerking met de provincie.
In planning zal het sloopwerk medio 2024 / eind 2024 gereed zijn en kan het gebied waar nodig nader ecologisch worden ingericht. Het terrein blijft in eigendom bij Defensie.

Welke financiële gevolgen heeft de verandering?
De grondexploitaties (grexen) van het programma HvdH en VBS zijn een gesloten systeem: investeringen worden bekostigd door de toekomstige opbrengsten binnen het programma HvdH en project VBS. Het programma en project komen niet ten laste van de algemene middelen.
In het beleidsprogramma 1, Ruimtelijke ontwikkeling, begroten en verantwoorden we een deel van de geraamde uitgaven, namelijk de lasten en baten met betrekking tot de rode projecten waarvan de uitvoering bij de provincie ligt. Omdat we deze onder ‘Voorraden’ opnemen op de balans, is het saldo van Hart van de Heuvelrug/Vliegbasis Soesterberg op programma 1 € 0. Verder begroten en verantwoorden we zowel de verplichte afschrijvingslast van de afgesloten projecten (immateriële vaste activa), als de in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) opgenomen verplichte winstneming op grondexploitaties. Ook de hieraan gekoppelde afwikkeling van het saldo van deze twee bedragen naar de bestemmingsreserve nemen we op in de begroting en verantwoording.
Voor dit jaar zijn voor de provinciale projecten onderstaande bedragen in de GREX-en 2023 opgenomen.

Risico’s
Onderstaand de top risico’s voor een aantal deelprojecten.

4.3.2  De Vernieuwde Regionale Tramlijn Regio Utrecht (VRT)

Doelstelling
Het project Vernieuwde Regionale Tramlijn (VRT) draagt middels aanpassing van de bestaande SUNIJ-lijn en aanschaf van nieuw materieel bij aan een goed functionerend en modern tramsysteem met meer directe verbindingen zonder overstap, met als doel een goede bereikbaarheid van woon- en werkgebieden met tevreden reizigers en reizigersgroei binnen de provincie. Het project is opgebouwd uit vijf deelprojecten: Materieel, VK-sporen, Tracé X, Nieuwegein City en Ombouw SUNIJ.

Kenmerken

Voortgang
Het deelproject VK-sporen is gerealiseerd en is aan Trambeheer en Onderhoud (TBO) opgeleverd. Het nieuwe trammaterieel (tweeëntwintig 41 meter-trams) is eveneens geleverd en in gebruik genomen. De financiële afronding met de opdrachtnemer van het contract heeft plaats gevonden in 2021.

Het contract voor de Ombouw SUNIJ-lijn is op 1 mei 2019 definitief gegund aan BAM. De uitvoering van de werkzaamheden is afgerond en het spoor is in beheer genomen door TBO. Hierin zijn opgenomen de werkzaamheden aan baanstabiliteit en spleetbreedte. In 2023 wordt nog gewerkt aan de afronding van de laatste restpunten, het opleverdossier en de financiële afronding met de aannemer.

Op 26 april 2021 heeft gunning voor de spooromlegging Nieuwegein City plaatsgevonden aan Dura Vermeer. De rest van 2021 heeft in het teken gestaan van de verdere uitwerking van de ontwerpen. In 2022 heeft de focus gelegen op de afronding van de ontwerpfase en de uitvoering van de werkzaamheden. Op 26 februari 2022 is de tramvrije periode gestart. Eind april 2022 zijn de meeste fysieke realisatiewerkzaamheden afgerond en is het testbedrijf uitgevoerd. Begin juli 2022 is de lijn weer in exploitatie genomen. Momenteel wordt nog gewerkt aan diverse restpunten, het opleverdossier en de financiële afrekening met de aannemer.

Om de Uithoflijn en SUNIJ-lijn vervoerskundig te kunnen koppelen, is het deelproject Vervoerskundige Koppeling + (voorheen Tracé X) uitgevoerd, waarmee de verbinding tussen de Sunijlijn en de Uithoflijn een feit is. Een restpunt wat nog afgerond dient te worden is de zogenaamde “wayfinding” om het voor reizigers gemakkelijker te maken hun weg te vinden van CS naar de trams en vice versa..

Eind 2022 is gestart met het programma Nazorg Tramprojecten binnen TBO met als doel het tramsysteem robuuster te maken, waarin  ook wensen/eisen vanuit TBO worden opgepakt die niet in de contracten met de opdrachtnemers BAM en Dura Vermeer zijn opgenomen. Te denken valt aan een extra wissel in geval van calamiteiten, verbeteren van de veiligheid van de overwegen, extra VRI (verkeersregelinstallaties) e.d.. De projecten binnen het programma worden voor eind 2025 afgerond.

Financiën 

 Risico’s 

4.3.3  N226 Spooronderdoorgang Maarsbergen

Doelstelling
Het doel van het project is de huidige en te verwachten knelpunten op het gebied van veiligheid, doorstroming en leefbaarheid voor zowel het wegverkeer als het spoorverkeer op te lossen door het realiseren van twee spooronderdoorgangen, één voor gemotoriseerd verkeer en één voor niet-gemotoriseerd verkeer, ter hoogte van km 56,6 van de spoorweg Utrecht-Arnhem.

Kenmerken

Voortgang
Het project bevindt aan het einde van de voorbereidingsfase.

Begin 2022 is gestart met eerste fase van de bomenkap, om vervolgens de nodige kabels, leidingen en het riool te verleggen. Begin 2023 is de tweede fase van de bomenkap uitgevoerd.

In oktober 2022 is de samenwerkingsovereenkomst ondertekend samen met projectpartners ProRail en gemeente. Dit alles onder de projectleiding van de provincie. Daarmee is het startsein gegeven voor de aanbesteding door ProRail voor het project. Inmiddels is ook de projectleiding van het project overgedragen van de provincie naar ProRail.

ProRail heeft in 2022 het aanbestedingscontract opgesteld en in het tweede kwartaal van 2023 is het werk gegund aan een aannemer. De aannemer zal het uitvoeringsontwerp opstellen en begint eind 2023 met de realisatie van het project. De realisatie is gepland in de periode 2023-2027.

Financiën

Toelichting op financiën
Het krediet (bruto) bedraagt € 23,3 mln. Het bruto krediet is inclusief de indexatie van € 2,0 mln. en zal in de komende jaren verder geïndexeerd worden. Via de provinciale administratie worden alleen de lasten verantwoord die we als provincie dragen.

Risico’s

4.3.4  Aanpassing N233 Rondweg-Oost te Veenendaal

Doelstelling
Het betreft de realisatie van de wegverbreding N233 naar 2x2, tussen Wageningselaan en A12, met ongelijkvloerse kruising bij de Prins Clauslaan / Van Essenlaan en aanpassing van de kruispunten van de N233 met Wageningselaan en De Smalle Zijde. Vanaf de Grift tot aan de A12 wordt een snelheidsregime ingesteld van 70 km/u.
Met de uitvoering van dit project wordt een substantiële bijdrage geleverd  aan de afname van het totaal aantal voertuigverliesuren op de N233. Hierdoor vermindert het oponthoud gedurende de dag en vooral gedurende de spitsperiodes op werkdagen. Tevens verbetert de voorspelbaarheid van de reistijd en de bereikbaarheid van belangrijke woon-, werk- en winkellocaties.

Kenmerken

Voortgang
De gemeenteraad van Veenendaal heeft op 24 januari 2019 geadviseerd om over te gaan tot verbreding van de N233 inclusief een ongelijkvloerse kruising ter hoogte van de Prins Clauslaan/Van Essenlaan en hiervoor een bijdrage beschikbaar gesteld. Provinciale Staten hebben op 18 februari 2019 eveneens daarmee ingestemd. Dit is bekrachtigd met de ondertekening van de bestuursovereenkomst d.d. 10 april 2019 tussen de provincie Utrecht en de gemeente Veenendaal. Tot medio 2022 was een voorbereiding voorzien van het project tot 2024, met een realisatie tot 2027. Echter is er nog geen zicht op een stikstofoplossing en ligt de discussie over beleidskeuzes buiten de invloedssfeer en mandaat van het project. Hiermee is de verdere voortgang van het project onzeker. Daarom wordt het project in fasen uitgevoerd, waarvan Groenpoort de eerste is.

Fase Groenpoort
Momenteel wordt het meest noordelijke deel van het project verder voorbereid en is hier zicht op uitvoering. Dit deel faciliteert de woningbouwontwikkeling Groenpoort. Hiervoor is een bestemmingsplan beschikbaar met voldoende stikstofsaldo om ook het eerste deel van het project N233 ROV uit te voeren. Groenpoort is het meest noordelijke deel van Veenendaal-Oost. Hier worden de komende jaren een kleine duizend woningen gebouwd. De N233 wordt ter plaatse over een korte afstand verbreed naar 2x2 rijstroken, er komt een nieuwe aansluiting voor Groenpoort en er worden aan beide zijden van de weg geluidschermen gebouwd. Hiermee wordt de wijk ontsloten en voorzien van wettelijke geluidsmaatregelen – zodat de woningen ook bewoond kunnen worden.

In Q4-2022 is gestart met het actualiseren van de aanbestedingsstukken, de aanbesteding heeft in het voorjaar van 2023 plaats, gunning in de zomer, beoogde uitvoering van de werkzaamheden is gepland in 2024. Op 20 december 2022 is tussen de gemeente Veenendaal en de provincie Utrecht een Realisatieovereenkomst ondertekend over de aanleg van de fase Groenpoort. Het is de verwachting dat in augustus 2023 de voorbereidingen binnen het bouwteam starten, de uitvoering van het werk begint in de winterperiode van 2023/2024 en het werk gereed is op 31 december 2024.

Financiën

Toelichting op financiën
Het project kent een totaal krediet (bruto) van € 73,6 mln. Het bruto krediet is inclusief een indexatie van € 8,6 mln. De bijdrage van de gemeente Veenendaal bedraagt € 6,25 mln. Het project bevindt zich momenteel in de voorbereidingsfase, waarbij de aanbesteding in de zomer van 2022 zal worden gestart. Door de keuze voor bouwteam wordt pas na aanbesteding het ontwerp verder uitgewerkt en ontstaat er meer zekerheid over de kosten. Door de turbulente markt zijn er veel onzekerheden over toekomstige beschikbaarheid van materialen en prijsniveaus.

Bedragen x 1,0 mln.

* is inclusief de reeds toegezegde € 2,0 miljoen voor leefbaarheidsmaatregelen (raadbesluit gemeente Veenendaal 18 december 2017) en een bijdrage van Foodvalley van € 1,0 miljoen, welke in 2025 beschikbaar komt. Het betreft een vast bedrag.
** onzekerheidsmarge van 25%. Bedrag is gebaseerd op een gemiddeld bedrag in de probabilistische kostenraming.

Risico’s

4.3.5  N233 Rijnbrug Rhenen

Doelstelling
De provincie wil samen met de provincie Gelderland de Rijnbrug tussen Rhenen en Kesteren voorzien van een nieuw bovendek met 2 x 2 rijstroken en een fietspad van 3 meter breed aan beide zijden. Op dit moment heeft de brug één rijstrook in elke richting. Op de Utrechtse oever worden de aansluitingen met de Geertsesteeg en de Achterbergsestraatweg  ook aangepast.

Kenmerken

Voortgang
In 2019 is de Nota Reikwijdte en Detailniveau opgesteld voor de Rijnbrug. Hierop is de Plan-MER opgesteld van het door Provinciale Staten vastgestelde 2 x 2 ontwerp. Vanaf 2020 is gewerkt aan de stikstofproblematiek op het project. Een ingeschakeld ingenieursbureau heeft de benodigde (technische) onderzoeken uitgevoerd en een conceptversie van het realisatiecontract opgeleverd. Uit de onderzoeken is gebleken dat de steunpunten van de huidige brug constructief zullen moeten worden verstevigd. De hiermee gepaard gaande kostenstijging is inclusief andere actuele uitgangspunten en indexatie tot een nieuwe raming verwerkt.

De extra kosten zijn aan Provinciale Staten van Utrecht en Gelderland voorgelegd. Waar Provinciale Staten van Utrecht aanvullend krediet heeft toegekend, heeft Provinciale Staten van Gelderland het budget niet geactualiseerd. Hiermee is het project dan ook on-hold gezet en werd er in principe niet langer aan het project gewerkt, behoudens enkele acties inzake bijv. de projectfinanciën. Op voorstel van Gelderland is er een taskforce gevormd om te onderzoeken hoe de middelen alsnog zouden kunnen worden verkregen. Dit heeft ertoe geleid dat het Rijk € 40 mln. ter beschikking stelt voor dit project in het kader van de woningbouwopgave Foodvalley/Arnhem Nijmegen. Op basis hiervan heeft ook de provincie Gelderland besloten om aanvullend bij te dragen. Het krediet is hierop aangepast.
Samen met de provincie Gelderland starten we nu met een haalbaarheidsonderzoek naar de mogelijke oplossingen voor het stikstofvraagstuk bij dit project.

Financiën

*Betreft bijdrage Provincie Gelderland.

Toelichting op financiën
Het project Rijnbrug kent een totaal krediet (bruto) van € 147,7 mln. Bijdragen van derden bedraagt € 93,6 mln.(inclusief bijdrage van het Rijk van € 40 mln.). Er is kritisch gekeken naar mogelijkheden om het project te versoberen, het Rijk nogmaals te vragen een bijdrage te leveren aan het aanpakken van de brug, de effecten van de P-85 waarde voor de overschrijdingskans goed in beeld te brengen en een second opinion op de actualisatie van de kostenramingen en de risico’s uit laten voeren. De resultaten hiervan hebben geleid tot een aanscherping van de raming met een aanvullende kredietbehoefte van totaal € 60 mln. om het project Rijnbrug Rhenen N233 te kunnen aanbesteden. Waarvan € 29,6 mln. ten laste komt voor de provincie Utrecht en € 30,4 mln. voor de provincie Gelderland. Provinciale Staten heeft het aanvullende investeringskrediet van € 29,6 mln. ter beschikking gesteld (vergadering 9 februari 2022, PS2022MM01). Dit aanvullende krediet is verwerkt in het bovenstaande totale krediet.

Risico’s

4.3.6 Toekomst N201

Doelstelling
Het programma Toekomst N201 heeft een integraal plan met maatregelen voor een toekomstbestendige N201 ontwikkelt, waarbij de focus ligt op leefbaarheid, verkeersveiligheid en bereikbaarheid.

Op 14 december 2022 is positief besloten op het voorgestelde maatregelenpakket door Provinciale Staten. Het maatregelenpakket betreft het verdubbelen van de opstelstroken ter hoogte van de kruispunten, het instellen van 60 km/u ter hoogte van de kruispunten met het aanbrengen van een plateau, het verlengen van toe- en afritten, het verbreden van fietspaden met geleiderails, het realiseren van parallelwegen en over de lengte van 1,2 kilometer verleggen van de N201 ter hoogte van Mijdrecht. Daarnaast ter hoogte van de woonkernen het treffen van geluid reducerende maatregelen. 

Dit maatregelenpakket is gebaseerd op een voorlopig ontwerp (exclusief de fietstunnel). Op een aantal specifieke punten moet dit voorlopig ontwerp – in overleg met (in- en externe) stakeholders – aangepast worden met mogelijke gevolgen voor ligging wegas van ofwel de N201 of de parallelweg/fietspad. Ook is tijdens de vergadering van Provinciale Staten waarin dit maatregelenpakket is vastgesteld een motie aangenomen waarin wordt verzocht een voet-/fietstunnel te onderzoeken op de meest passende plaats om Waverveen en Mijdrecht beter te verbinden dan nu voorzien is in het maatregelenpakket.

Kenmerken

Voortgang 2023
Op dit moment werkt het projectteam aan een nadere uitwerking van het maatregelenpakket. Dit jaar worden er daarom 3 uitvragen gedaan voor nader advies over de stikstofdepositie, optimalisaties van het ontwerp (inclusief de fietstunnel) en de MER-procedure.

Het volledige tracé is opgedeeld in 16 delen met bijbehorende maatregelen. Specifieke maatregelen kunnen op korte termijn (in het eerste halfjaar van 2024) na een nadere uitwerking verder worden ontwikkeld richting realisatie. De delen met een middellange en lange termijn vragen een langere voorbereidingsperiode, waarvoor een planning wordt opgesteld.

Financiën

Toelichting op financiën
Het krediet (bruto) bedraagt € 107.906.000. Het bruto krediet is geïndexeerd met 13,44% bij het MIP/Kadernota 2024. De gerealiseerde uitgaven tot en met 2022 komen ten laste van het Verkenningenbudget, vanwege het feit dat het project nog in de studiefase zat. Deze kosten worden niet ten laste van het krediet gebracht. De uitgaven die betrekking hebben op de voorbereiding 2023 zullen deels ten laste worden gebracht van het krediet.

Risico's

Kansen
Tijdens de afronding van de studiewerkzaamheden worden extra kansen voor het project ook onderzocht. Zo wordt er integraal gekeken naar meekoppelkansen, verduurzamingsmogelijkheden, smart mobility en een onderzoek naar gedragsbeïnvloeding.