Hoofdstuk 3 - Programmaverantwoording

4. Energietransitie

4.2 Duurzame energie in provincie Utrecht

Voortgang

Beleidsdoel - meerjarendoel

Activiteit

Planning

Budget

4.2

De opwekking en beschikbaarheid van duurzame energie in de provincie Utrecht is sterk toegenomen

4.2.1

Meer zonnepanelen op daken

4.2.2

De groei van duurzame energie wordt ruimtelijk beter mogelijk gemaakt

4.2.3

Meer inwoners doen mee en participeren in de energietransitie

4.2.4

Het aandeel duurzame warmtebronnen voor de verwarming van gebouwen is groter

4.2.5

Er zijn meer publieke laadpunten voor elektrisch vervoer

Stand van zaken

Voortgang beleid per meerjarendoel

Beleidsdoel - meerjarendoel

Activiteiten

Planning

4.2

De opwekking en beschikbaarheid van duurzame energie in de provincie Utrecht is sterk toegenomen

4.2.1

Meer zonnepanelen op daken

4.2.2

De groei van duurzame energie wordt ruimtelijk beter mogelijk gemaakt

4.2.3

Meer inwoners doen mee en participeren in de energietransitie

4.2.4

Het aandeel duurzame warmtebronnen voor de verwarming van gebouwen is groter

4.2.5

Er zijn meer publieke laadpunten voor elektrisch vervoer

Beleidsdoel

4.2

De opwekking en beschikbaarheid van duurzame energie in de provincie Utrecht is sterk toegenomen

Meerjarendoel

4.2.1

Meer zonnepanelen op daken

Activiteit

Planning

Stand van zaken

Toelichting

De ontwikkeling van projecten voor solar carports verloopt trager dan voorzien, onder andere als gevolg van netcongestie. We verwachten dit jaar minder subsidies te verstrekken voor de realisatie van solar carports. Daarentegen verwachten we meer subsidies te verstrekken voor het wegnemen van belemmeringen voor zon-op-dak, zoals netcongestie of een zwakke dakconstructie.

Meerjarendoel

4.2.2

De groei van duurzame energie wordt ruimtelijk beter mogelijk gemaakt

Activiteit

Planning

Stand van zaken

Toelichting

Vaststelling van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) en start van het planMER voor windenergie zijn vertraagd. Hierdoor zal besluitvorming (voorkeursbeslissing) over ruimtelijke procedures, die nodig zijn om in 2030 1 TWh windenergie te realiseren, waarschijnlijk pas in 2024 plaatsvinden. Verder blijkt uit de voortgangsrapportages van de RES'en dat meer (concrete) zoekgebieden voor zonne- en windenergie nodig zijn om de RES-doelen waar te maken en om plannen die niet doorgaan te compenseren. Het is van belang dat (extra) zoekgebieden worden voorzien van een besluitvormingsproces en planning die zicht geeft op realisatie van de RES-doelstellingen (in totaal 2,4 TWh in 2030 voor het Utrechtse grondgebied) en daarmee ook van het provinciale doel van 55% hernieuwbare elektriciteit in 2030. Veel gemeenten hebben de vergunningprocedures hiervoor echter nog niet gestart en het ziet er op dit moment niet naar uit dat eind 2023 voldoende locaties zijn geconcretiseerd. We sporen gemeenten hiertoe aan via de RES-tafels en ook de start van het planMER voor windenergie draagt hieraan bij. Daarin wordt rekening gehouden met extra zoekgebieden om planuitval te compenseren.

Meerjarendoel

4.2.3

Meer inwoners doen mee en participeren in de energietransitie

Activiteit

Planning

Stand van zaken

Toelichting

Meerjarendoel

4.2.4

Het aandeel duurzame warmtebronnen voor de verwarming van gebouwen is groter

Activiteit

Planning

Stand van zaken

Toelichting

Meerjarendoel

4.2.5

Er zijn meer publieke laadpunten voor elektrisch vervoer

Activiteit

Planning

Stand van zaken

Toelichting

We verwachten dat de streefwaarde van 15.600 (semi) publieke laadpunten voor elektrisch vervoer dit jaar gehaald zal worden. Naast de ontwikkeling van laadinfrastructuur, is ook de uitwerking van maatregelen voor versnelling van elektrisch vervoer (EV), onderdeel van dit meerjarendoel. De uitwerking van deze maatregelen, die zijn opgenomen in het Regionaal Mobiliteitsprogramma (RMP), verloopt langzamer dan voorzien, vanwege beperkte capaciteit bij gemeenten en provincie. Verwacht wordt, dat een eerste project voor EV-deelmobiliteit met vijf gemeenten dit jaar van start zal gaan.

Financiële stand van zaken

In deze paragraaf presenteren wij het overzicht van baten en lasten voor dit beleidsdoel en lichten wij de wijzigingen van de begroting toe.

Overzicht van baten en lasten

Programma

Begroting

Bijstellingen

Bijgestelde begroting

Realisatie t/m 30 april

Baten

Lasten

Saldo

Baten

Lasten

Baten

Lasten

Saldo

Baten

Lasten

Saldo

Totaal voor bestemming

3.984

-3.984

755

382

755

4.366

-3.611

478

-478

Toelichting bijstellingen

Soort bijstelling

Tot Zomernota

Zomernota

Tot en met Zomernota

Baten

Lasten

Baten

Lasten

Baten

Lasten

Duurzame opwek van energie

773

773

De gerealiseerde lasten op beleidsdoel 4.2 geven een vertekend beeld van de financiële ontwikkelingen binnen dit beleidsdoel. Op basis van de subsidies die zijn aangevraagd en dit jaar beschikt zullen worden, de subsidieaanvragen die in ontwikkeling zijn en dit jaar tot een aanvraag en beschikking zullen leiden, de vastgelegde leveranciersverplichtingen en de verwachte leveranciersverplichtingen, verwachten we minder uit te geven dan begroot.  Inclusief  de middelen die we van het Rijk ontvangen (zie technische bijstellingen) is de prognose dat we op dit beleidsdoel een bedrag van € 773.000 niet in 2023 gaan uitgeven. Het overschot op dit beleidsdoel wordt gestort in de reserve Energietransitie.

Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (P-MIEK)

-475

-475

Vanuit het Rijk wordt € 475.000 beschikbaar gesteld voor het opstellen van een P-MIEK. Het P-MIEK staat voor provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat. In lijn met de afspraken met het Rijk levert iedere provincie uiterlijk 1 juli 2023 een P-Miek 1.0 op.

Slotwijziging 2022 - structurele effecten

Deze begrotingswijziging heeft betrekking op de aanpassingen in de Slotwijziging 2022 met financiële effecten voor de begroting 2023 en volgende jaren.

Uitvoering klimaatakkoord deel programma 4 Energietransitie

755

-680

755

-680

Het Rijk stelt middelen beschikbaar voor de uitvoering van het Klimaatakkoord de zogenaamde CDOKE-gelden. Doel van het klimaatakkoord is de reductie van broeikasgassen. De middelen worden als een brede doeluitkering (BDU) uitgekeerd. De middelen zijn bedoeld om gemeenten en provincies gelegen in Nederland in staat te stellen voldoende arbeidskrachten in te huren zodat zij het klimaat- en energiebeleid kunnen uitvoeren. Er zijn nu middelen beschikbaar gesteld voor 2023, 2024 en 2025. Voor 2023 is voor de provincie Utrecht een bedrag van € 1.325.000 beschikbaar. Op basis van de omvang van de programma's wordt dit bedrag op de volgende manier ingezet: energietransitie € 755.250 , duurzame mobiliteit € 357.750 en Klimaat Centraal (klimaatmitigatie) € 216.000.   
Voor de energietransitie wordt 5 fte ingezet. Per fte wordt € 15.000 Bedrijfsvoeringsbudget (BRU) opgenomen bij Programma 10.2 (€ 75.000 in totaal).

Totaal

4.2 Duurzame energie in prov. Utrecht

755

-382

755

-382

Financieel meerjarenoverzicht

Beleidsdoel

Begroting
2023

Realisatie 30 april

Budgettaire
ruimte
2023

Begroting
2024

Begroting
2025

Begroting
2026

Baten

755

755

Lasten

4.366

478

3.888

2.334

2.184

2.184

Saldo

-3.611

-478

-3.133

-2.334

-2.184

-2.184

Deze pagina is gebouwd op 07/24/2023 15:44:05 met de export van 07/24/2023 15:36:09